Na de eerste enerverende
dag volgde logischerwijs een tweede. Een bezoek aan de Musei Vaticani en aan de Basilica
di San Pietro stonden op het programma. Terugdenkend aan een eerder reisje
Rome, bereidde ik me voor op een enorme wachtrij voor de entree van het
imposante gebouw. Tot mijn grote verbazing was er geen wachtende toerist langs
de hoge muren te bekennen. Enkel wat straatverkopers en opdringerige lieden die
een ‘skip the line tour’ aanboden tegen vermoedelijk belachelijk hoge prijzen.
Afgepoeierd dus.
Met studentenkorting ‘in
the pocket’ begonnen we aan onze tocht door het meer dan 7 km lange gangenstelsel van
de musea. We hebben die kilometers uiteraard niet allemaal gelopen, maar
slenterden wel van kostbare archeologische vondsten naar immense antieke
wandkleden met kunstzinnige afbeeldingen van oude (stoffige) verhalen, en langs
sierlijke meubelstukken, op weg naar één van de hoogtepunten van de musea,
namelijk de beroemde Stanze di Rafaello.
Dit alles onder het genot van het je een weg banen door zwetende mensenmassa’s,
sommigen bijzonder veel interesse tonend, enthousiast fotograferend, anderen juist
zuchtend onder de drukkende last van hun koptelefoons of jengelende kinderen,
weer anderen naarstig op zoek naar de met een vlaggetje wapperende gids, of
gewoon een mooi museumstuk. Dit alles was doorweven met geluiden van
enthousiast in tientallen talen vertellende gidsen, het zojuist genoemde gejengel,
geklik van camera’s, de strenge stem van een bewaker, het geruis van de vele
geluidsapparatuur.. Ach, als onderdeel van dit veelzijdige deel der mensheid,
hoor je mij niet klagen. De Stanze waren snel gevonden en opnieuw het bekijken
waard. Rafaello is een ware koning in het creëren van een prachtig kleurenspel.
Na de Stanze zochten we
spoedig onze weg naar hét hoogtepunt van de musea, namelijk de Capella Sistina. De plaats waar, 15 tot
20 dagen na het overlijden van een paus, achter gesloten deuren het
geheimzinnige conclaaf plaatsvindt en waar ‘rood-gejurkte’ kardinalen een
gewichtige stem uitbrengen op een nieuwe paus, terwijl het vrome volk vol
spanning naar de schoorsteen van de kapel tuurt om zwarte of witte rook te
kunnen ontwaren. Tot zover de Roomse riten. De kapel trekt mij vooral om de
bijzondere schilderkunst van Michelangelo, te weten de overbekende Creazione di Adamo (Schepping van de
mens) en Giudizio Universale (Het
laatste oordeel). En van deze twee gaat mijn voorkeur dan, in het geheel niet
voorspelbaar, uit naar eerstgenoemde.
We waren nog niet binnen
of een levendige herinnering aan de typische sfeer in de kapel kwam mij voor de
geest. Het geschreeuw (‘Silenzio’) van de bewakers, hun scherpe blik gericht op
toeristen met camera’s (fotograferen is ten strengste verboden) en het geluid
van de bel die maande tot iets als ‘doorlopen, er willen meer mensen de kapel
bezichtigen’, waren duidelijk onveranderd gebleven. Één groot feest van
herkenning.
Een plaatsje gevonden
tussen de vele mensen die oprecht moeite deden te zwijgen en in alle devotie
het kunstzinnig schoon te bewonderen, wierp ik mijn hoofd achterover om
vervolgens in deze niet al te aangename positie de schilderkunst van onze ‘held
van de dag’ (gedeelde plek met Rafaello) op het plafond te bestuderen. En het
was weer fijn. Mijn soms wat rebelse aard bracht mij nog tot het héél stiekem
fotograferen van het plafond. Zoiets moet je gewoon gedaan hebben. Naast het
plafond heb ik uiteraard ook de andere schilderingen bestudeerd, tot de
mensenmassa ons echt te veel werd en wij snel maar zeker voldaan de kapel
verlieten. Op naar de Sint Pieter!
De eerste aanblik van het weidse
Sint Pietersplein gaf een enigszins weldadig gevoel. Het lichte steen van de
zuilen, de stralende zon, de helder blauwe lucht; een prachtig plaatje! We besloten
ons allereerst te wagen aan de fikse klim naar de koepel en sloten ons snel aan
bij een lange rij mensen. Ook hier vlogen de ‘skip the line’s’ ons om de oren.
Maar wij waren Oost-Indisch doof of druk fotograferend. Voor we het wisten was
de rij voorbij, hoewel onze watervoorraad wederom aardig geslonken was. Nadat
we onze gebruinde schouders bedekten met een zedige sjaal, konden we beginnen
aan de tocht. Of het nu was omdat wij ons geld graag goed besteden of wij de
lift voor mietjes vinden weet ik niet meer, maar we negeerden in ieder geval de
lift, bespaarden daarmee wat geld en bestegen de minstens 500 traptreden
richting de hemel. Onderweg kwamen wij over een platform, waar ons al een
prachtig uitzicht over de eeuwige stad werd geserveerd. Vervolgens bracht de
tocht ons op een galerij in de kerk, waar wij van bovenaf een deel van het
interieur van de basiliek konden zien, zo’n 50 meter onder ons
poppetjes over de marmeren vloeren zagen bewegen en de mogelijkheid hadden om
te proberen de ontelbare stukjes mozaïek in de 2,5 meter brede koepel te
tellen. Na wat smalle wenteltrappen en zeer nauwe gangetjes kwamen we op plaats
van bestemming, alwaar een frisse windvlaag ons verwelkomde. We drongen, net
als de anderen, wat voor de hekken, tuurden naar voor ons bekende gebouwen en
genoten van de overdaad aan visuele sensaties.
Na een half uur begonnen
wij weer aan de tocht naar beneden, om vervolgens in de kerk te belanden. We
werden overspoeld door een stroom toerisme, te veel bewaking en te veel geluid.
Naar devotie en rust kon tevergeefs gezocht worden. Maar ach, wij gingen mee in
de stroom en lieten ons langs de bekende
Pietà van Michelangelo voeren, waarna wij even neerploften op de grond bij één van de
zuilen. We genoten van de mogelijkheid even te kunnen zitten en bestudeerden
een tijdje de vele voorbij wandelende benen. We waren nog maar net een
filosofie over deze objecten begonnen, of we werden gestoord door een bewaker.
Het was ten strengste verboden op de grond van deze kerk te zitten. Ach, ik
snap het wel. Als alle bezoekers zich als zwervers zouden gedragen..
We besloten nog een klein
rondje door het immense gebouw te maken en vervolgens de drukte te ontvluchten.
Weer buiten op het prachtige plein, zochten we de schaduw van de zuilen op om
daar een uurtje uit te rusten. Heerlijk. De zon verdween langzaam achter de
basiliek, wat een mooi spel van schaduw en zonlicht opleverde. Genietend van
wat muziek, een boek, de authentieke sfeer van het plein, bedacht ik me dat ‘in
Rome wonen’ een mooie droom voor op de lijst ‘later als ik groot ben’ is. Hij
staat erop. ;)
Deze geweldig fijne dag
sloten we af met een wandelingetje langs de Engelenburcht en een gezellig
etentje in een smal, sfeervol straatje nabij de Spaanse Trappen.
Zittend op de Spaanse
Trappen snoof ik de aangename mediterrane sfeer nog eens diep in mij op, om
vervolgens tot de conclusie te komen dat deze vakantie niet lang genoeg kon
duren.
(December 2012)